Geboorteverhaal Nuno
Compleet onverwacht en als een raket kwam je 11 augustus op aarde.
In de dagen voor je geboorte probeer ik iedere dag iets te doen, daarnaast kan ik niet zoveel. Ik rust veel, want mijn lijf wil niet meer.
Zondag wandelden we in het bos, als ik ga zitten op mijn favoriete plek vind ik recht voor mijn voeten een veertje van de bonte specht. De vogel die al meerdere malen op ons pad komt de afgelopen tijd. Ik geniet van het samen in het bos zijn. Als we thuis zijn leg ik het veertje bij mijn altaartje dat mijn zus heeft gemaakt. Ik kreeg het een week daarvoor tijdens mijn motherblessing en er liggen allemaal prachtige krachtvoorwerpen in.
Maandag ga ik met Sol naar de moestuin, de plek waar ik altijd tot rust kom. Maar het lukt me niet meer zo goed om te oogsten. Ik ben buiten adem en mijn lijf vraagt om rust. Een deel van me geeft zich over, maar er is ook een deel dat hier van baalt. Hoe ga ik dit nog zes weken volhouden?
In de avond doe ik een meditatie voor de leeuwenpoort. Ik voel me omringd door leeuwen en zwarte panters. De zwarte panter komt ook steeds terug deze zwangerschap. Ik trek na de meditatie een kaart ja hoor; ook daar is de krachtige zwarte panter weer. Ik voel me gesteund en gedragen, ondanks alle fysieke ongemakken.
De weersvoorspellingen geven aan dat het deze week weer heet wordt, boven de 30 graden.
Ik geef mezelf de dagen daarna toestemming om binnen op de bank of op bed te zijn, buiten is het te warm voor mijn lijf. Ik schrijf het kraamplan en receptenboek af en stuur het naar onze kraamzorg, doula en een paar vriendinnen.
Woensdagochtend brengt Sacha Sol weg naar opa. Hij gaat logeren, zodat wij wat klusjes kunnen doen die nog gedaan moeten worden voordat de baby er is.
Aan het einde van de dag realiseer ik me dat ik jou bijna niet heb gevoeld. Terwijl je normaal zo krachtig schopt, Misschien ben je anders gaan liggen? Ik voelde ook wat menstruatie achtige krampen, misschien zijn het indalingsweeën?
Ik appte mijn vroedvrouw (achteraf het verkeerde nummer blijkt, want ik krijg geen reactie terug) om mijn zorgen te uiten. Ik besluit te ontspannen in een magnesiumbad, doe daarna wat spinning babies oefeningen en ga in bed liggen met een meditatie die gericht is op het maken van verbinding met ons kindje. En ik voel een schopje! Wat een opluchting.
Ik val vrij laat in slaap, rond half 12, maar wordt al snel weer wakker van maagzuur dat omhoog komt. Deze keer moet ik er zelfs van overgeven. Terwijl ik terugloop van de badkamer heb ik wel een minimoment dat ik denk: hm, dit voelt wel anders dan spugen van maagzuur, mijn lijf is helemaal leeg. En ik weet dat dat ook gebeurt om je lijf klaar te maken voor de geboorte. Ik dommel weer even weg en wordt dan weer wakker. Ik ga naar de wc en zie dat mijn onderbroek en het bed vochtig zijn. Shit, zou dit vruchtwater zijn?
Ik roep Sacha en zeg dat we meteen onze vroedvrouw Tineke moeten bellen. Het is begonnen. Ook de krampen die ik de hele dag al voel voelen eigenlijk hetzelfde als toen Sols geboorte startte.
Een minimoment denk ik: shit, hoe kan dit? Zo vroeg, we moeten naar het ziekenhuis en dat wil ik niet.
Maar de knop gaat heel snel om. Ik pak alle spullen voor een geboorte in het ziekenhuis en geef Sacha opdracht van alles te pakken. Van zoutlampje, tot olietjes, thee, kleding, babykleding, kristallen, supplementeren, eten…
Tineke komt onze kant op en is hier rond 3:00. Ze luistert naar het hartje en het klopt. Gelukkig, alles is goed met ons kindje. Een opluchting en tegelijkertijd maakte ik me geen zorgen. Al de hele zwangerschap voelt dit kindje zo krachtig.
Tineke belt naar het ziekenhuis en als alle spullen gepakt zijn rijden we achter elkaar aan naar het ziekenhuis. Bij de ingang ga ik in een rolstoel zitten. De krampen zijn prima te doen, ze komen regelmatig en kort op elkaar, maar ik wil mijn krachten sparen.
Om 4:44 arriveren we op de afdeling. Ik realiseer me dat het 11 augustus is en denk dat dit kindje rond 11:00 geboren wordt. Sol is van 11 juni en is om 12:58 geboren, allebei 11 kindjes en allebei overdag geboren denk ik nog.
We komen aan in onze kamer en ik ga in kleermakerszit op bed zitten. Af en toe moet ik naar de wc, mijn lijf is zich aan het legen voor de geboorte. Ondertussen maakt Sacha de kamer wat sfeervoller met het zoutlampje, de aromadiffuser met geranium en onze playlist Sacred Birth die ik heb gemaakt.
De gynaecoloog en verpleegster komen ons uitleg geven over wat de protocollen zijn. We hebben een geboorteplan dat daar op veel punten van afwijkt. Ons verlangen is namelijk een zo natuurlijk mogelijke geboorte met zo min mogelijk ingrijpen.
We zijn heel duidelijk in onze wensen en tegelijkertijd voel ik ook dat dit een andere situatie is. Ons kindje is 5,5 week te vroeg. Bij iedere beslissing luister ik naar mijn gevoel. Het begint met antibiotica, wil ik dat wel of niet? In eerste instantie niet. Ik heb tijdens de zwangerschap niet eens een pijnstiller genomen, dus dit is best wel een ding. Maar ik voel in en besluit het te doen. Als de verpleegkundige de antibiotica via mijn infuus toedient ben ik er met mijn hele aandacht bij en stel ik me voor dat er een gouden, helende stroom mijn lijf in stroomt. Ik herhaal de volgende woorden in mezelf: “laat dit alleen goed doen.”
De weeën worden ondertussen wat intenser, maar zijn nog steeds prima te doen. Bij iedere wee sluit ik mijn ogen en ga ik naar binnen, met mijn aandacht naar de sensatie toe. Zittend in kleermakerszit vang ik in stilte de weeën op. Al het personeel is tijdens de weeën stil en geeft mij ruimte. Ik voel me gerespecteerd. Sowieso worden we ook langere periodes met rust gelaten.
De kinderarts komt langs om uitleg te geven over wat er zou kunnen gebeuren omdat ons kindje zo vroeg is. Onze wensen worden besproken. Onder andere onze wens voor een lotusgeboorte. En er wordt alles aan gedaan om te kijken of onze wensen werkelijkheid kunnen worden. Niemand raakt me aan zonder overleg. Mijn ontsluiting wordt niet gecheckt, zoals in ons geboorteplan staat.
In de ochtend wisselen de diensten. Tineke is inmiddels naar huis. We hebben te horen gekregen dat onze gewenste lotusgeboorte mogelijk is, mits alles goed gaat met ons kindje.
Om 7:30 voel ik ineens heel sterk: bel Juultje (mijn zus). Als ons kindje naar de afdeling neonatologie moet, gaat Sacha met hem/haar mee en ben ik alleen. Ik wil dat Juultje dan bij mij is. Ze komt onze kant op, wat een fijn gevoel.
De weeën nemen nog steeds toe, ik heb weinig pauzes tussen de weeën, al vanaf dat de weeën s’nachts begonnen volgen ze elkaar in rap tempo op. Zolang ik de sensaties laat zijn gaat het goed. Ik visualiseer dat iedere wee me meer opent en verzacht. Ik zit helemaal in mijn bubbel. Het voelt alsof ik drugs op heb. Ik beweeg op iedere sensatie mee, sluit mijn ogen, mijn kaken klapperen. Nog steeds zit ik in kleermakerszit op bed. Ik ben verder helemaal stil.
Op momenten dat er een beslissing gemaakt moet worden of iets gevraagd wordt ben ik er en kan ik megahelder nadenken.
Na een tijdje voel ik ook de druk toenemen, en ik weet: dit is goed, laat die persweeën maar komen, die vond ik bij Sol namelijk helemaal niet erg. Ik probeer tussendoor nog even op handen en knieën te zitten en wat te bewegen. Maar dat voelt niet zo fijn. Ook omdat ik een draadloze ctg om mijn buik heb en die banden dan helemaal omkrullen.
Ondertussen heb ik ook al een paar keer overgegeven. Een teken dat het niet meer lang gaat duren. Rond 10:15 is Juultje er. Ik ben dan niet echt meer in staat te praten. De weeën gaan door zonder pauze en zijn heel gemeen. Ik kan alleen maar in overgave gaan en meebewegen. Ik wil weten hoe het met mijn ontsluiting is en vraag de gyn te voelen. 4-5 cm en een grote bult vruchtwater voelt hij. Ik weet me soms geen houding meer te geven en geef dit ook aan. Ik heb het heel pittig. Wee op wee volgt zonder pauze. Juultje stelt voor om een bad te regelen. Ik zeg ja, maar voel dat het m niet meer gaat worden. Ook heb ik in mijn achterhoofd dat er dan waarschijnlijk een schedelelektrode geplaatst moet worden en dat wil ik niet. De gewichtloosheid lijkt me heerlijk, maar ik voel dat het niet lang meer gaat duren.
Als ik naar binnen keer zie ik een grote bult vruchtwater en ik voel: de vliezen moeten kapot, mijn lijf doet er nu alles aan die vliezen te laten breken. Het gaat zelfs door me heen om te vragen of ze de vliezen willen breken.
Het bad wordt ondertussen neergezet en gevuld. Maar niet veel later, iets na elven en als er nog maar een klein laagje water in het bad zit, breken mijn vliezen. Wat een heerlijk gevoel: een opluchting en verlichting.
Meteen daarna begint mijn lijf met persen, ik hoef zelf niets te doen, mijn hele lijf trekt samen van boven tot ander, als een soort golf van boven naar beneden. Ik maak een oerkreet als dat gebeurt. De verpleegkundige zegt: “Rustig Merel.” Waarop ik zeg: “Dat gaat niet, het hoofdje is al geboren!” Meteen volgt nog zo’n automatische perswee en Nuno’s lijfje schiet naar buiten. Gelanceerd binnen twee minuten.. Ik sta perplex.
Ik kan het niet geloven, wat is dit snel gegaan. Sacha zegt: “Een jongen!” Nuno wordt op mijn buik gelegd, de navelstreng is wat kort. Ik ben perplex van de snelheid en zo blij dat hij er is. Hij voelt krachtig en is gezond.
De gynaecoloog komt binnen, hij weet hoe graag we een lotusgeboorte willen en zonder me te pushen zegt hij: “Kan je persen voor de placenta?” Ik pers een keer en de placenta is er ook. Nuno ligt fijn bij me. Later zie ik op de foto dat er een heel team van artsen en verpleegkundigen om ons heen staat, maar dat heb ik eigenlijk niet eens door.
Na een tijdje voel ik dat Nuno slap wordt en ik zeg dit tegen de artsen. Hij wordt meegenomen. Sacha gaat met hem mee. Ik ben vooral euforisch van de geboorte en voel me overdonderd, slap en hongerig.
Ik voel ook dat Nuno sterk is en heb vertrouwen. Hij is in goede handen. Een soort overlevingsmechanisme wordt ingeschakeld, waar ik me ook al heel snel bewust van ben. Ik herken het ook van Sols geboorte.
Juultje blijft bij mij. En Sacha is bij Nuno. Meteen begint het loslaten al, veel te vroeg zo meteen na de geboorte, waarin we eigenlijk samen horen te zijn. Al snel horen we van de verpleging dat Nuno het even lastig had met ademen. Hij wordt geholpen met ademen. Hij krijgt allerlei plakkers op zijn lijf om hartslag, ademhaling en saturatie in de gaten te houden. Het gaat goed met hem. Maar hij heeft ondersteuning nodig met ademen, waardoor hij naar de afdeling neonatologie moet. Door de zuurstofondersteuning kan hij niet aan de borst. Hij krijgt kunstvoeding via een sonde. Ik moet even slikken, maar het is nu niet anders. Sol heeft geen enkele keer kunstvoeding gehad.
Nuno krijgt daarnaast een infuus. Ze gaan bloed prikken voor o.a. zijn suiker. En Sacha heeft de navelstreng doorgeknipt. Onze gewenste lotusgeboorte is niet mogelijk nu. Een hele rits aan ingrepen die je eigenlijk niet wilt. Maar het is nu niet anders. Deze situatie vraagt om een andere aanpak. Sacha geeft heel duidelijk aan dat er voor iedere ingreep met ons overlegd moet worden. We willen bijvoorbeeld ook geen vitamine K nu.
Juultje en ik zijn nog op de verlosafdeling. Ik heb een klein scheurtje dat ik na overleg graag gehecht wil hebben. Ik wil graag douchen en dan naar de NICU toe. Ik wil bij Nuno zijn en ik wil kolven.
Ik voel me best ok, na Sols geboorte kon ik niet eens lopen van het ijzertekort, dit voelt gelukkig anders. Binnen een uur wordt ik naar de NICU gereden. Nuno ligt op de zaal in een couveuse. Met allerlei toeters en bellen. Ze willen net de sonde gaan aanleggen en vragen of ik daarbij wil zijn. Dat wil ik, ik wil hem ondersteunen. Het raakt me om hem zo te zien. Ik had zo gehoopt op een zachte landing, zonder toeters en bellen, zonder pijnprikkels. En nu hebben er zoveel vreemde handen aan hem gezeten en heeft hij al zoveel pijnprikkels gehad in de korte tijd dat hij er is. Na een tijdje wordt ik naar mijn kamer gereden, aan de overkant van de zaal.
Juultje heeft al mijn spulletjes al neergezet en de kasten ingeruimd. We bellen samen met familie.
Aan het einde van de middag gaat Sacha Sol ophalen bij opa. Zij slapen samen thuis zodat het voor Sol zo normaal mogelijk is in deze omstandigheden. Juultje is gelukkig nog bij me. Ik ga in de avond nog een keer naar Nuno en hij wordt bij me gelegd. Wat een fijn gevoel, en ook raar met al die slangetjes aan hem. Ze spoelen zijn maagje schoon voordat ze voeding geven en er komt heel veel bloed uit. Waarschijnlijk heeft hij dat ingeslikt tijdens de snelle geboorte. Ook in zijn luiers zit wat bloed.
Rond 20:00 gaat ook Juultje naar huis en ben ik alleen op mijn kamer. Ik voel me overrompeld door alles. En sta in overlevingsmodus. Ik ben me ervan bewust. Het is wat nu nodig is om hier te kunnen zijn.
Ik kolf met de hand wat druppels en die worden toegevoegd aan de kunstvoeding. Ik maak er voor mezelf een doel van zo snel mogelijk te zorgen dat Nuno volledige borstvoeding krijgt.
Om 23:00, als ik bijna in slaap ben gevallen, komt er een arts mijn kamer op. Ze maken zich zorgen omdat er veel bloed bij zijn ontlasting zit. Ik schiet wel even in de stress en besluit dan: ik kan nu niets doen, alleen goed voor mezelf zorgen en ga een paar uurtjes slapen.
Die nacht slaap ik verder onrustig. Een vreemde omgeving met veel activiteit op de gang. Iedere 3 uur gaat mijn wekker zodat ik kan kolven en ik zorg ervoor iedere drie uur iets te eten en drinken zodat ik gevoed ben en mijn melk kan stromen.
De volgende dag volgen continue updates. De artsen overleggen alles. Ik ben me heel erg bewust van hun uitgangspunt, zij doen alles om risicos uit te sluiten en te beperken. Het is zo’n groot verschil met hoe ik leef en hoe ik verlang te leven; afgelopen jaren leeg ik steeds meer in vertrouwen. Ik vertrouw in de stroom van het leven. Ik maak me dan ook bijna geen zorgen, soms een klein moment, maar ik voel dat het goed is/komt.
Er worden foto’s gemaakt om te kijken of er nergens een bloeding is of dat er iets met de bloedstolling is. Daarop is niets te zien. Dat komen verschillende artsen/verpleegsters melden. Daarna wordt er een echo gemaakt; van Nuno’s buik en meteen ook van zijn hoofd, want mocht het iets met de bloedstolling zijn willen ze een hersenbloeding uitsluiten. Ook daarop iets niets te zien. Ze willen wel voor de zekerheid vitamine K geven. Na overleg met Sacha en goed invoelen besluiten we dat te doen. Weer met dezelfde insteek als bij de antibiotica. Die Nuno overigens ook krijgt, omdat er een risico is op infecties bij premature babies.
Alle onderzoeken zijn steeds positief, maar de artsen blijven serieus, het niets vinden is geen goed nieuws tot alles uitgesloten is. Want in jouw luiers blijven ze bloed zien. Gelukkig kan ik heel goed die kant van het verhaal, die visie begrijpen en voelen. En blijf ik verankerd in mijn eigen vertrouwen. Ook Sacha voelt dit vertrouwen heel sterk.
Sol en Sacha komen vrijdag samen langs, wat is het fijn Sol even te kunnen knuffelen. Maar ook een uitdaging, want ik ben net bevallen. Ik ben moe en voel me slap.
Mijn prioriteit ligt bij zelf herstellen, op mezelf zo goed mogelijk voeden op alle vlakken.
Toen Sol er net was heb ik mezelf regelmatig weg gecijferd omdat ik dacht dat dat nodig was. De afgelopen jaren heb ik geleerd eerst voor mezelf te zorgen, eerst mezelf te voeden. En dat is mijn wens voor deze kraamtijd.
Mijn koelkastje is gevuld met grasboter, volle yoghurt, overnight oats, bananenbrood en andere oervoeding. Ik drink kraamthee, masseer mezelf, ben me bewust van mijn energie en veranker mezelf gedurende de dag.
Die avond avond krijg ik goed nieuws, de zuurstofondersteuning mag weg! Ik word naar Nuno toegereden en het mutsje dat hij op had om het slangetje op zijn plek te houden mag af. Zijn oogjes gaan open en hij kijkt rond. Het voelt alsof ik hem een beetje meer ontmoet nu. Nuno wordt bij me gelegd omdat hij nu kan drinken en binnen 1 seconde hapt hij aan en drinkt!!! De verpleegkundige en ik staan helemaal versteld. Je drinkt gewoon en je bent nog niet eens 35 weken. Je voelt zo krachtig. Ik voel me intens gelukkig. Die avond blijf je nog in de couveuse op de zaal en slapen we apart.
De volgende ochtend mag Nuno uit de couveuse en bij mij op de kamer. Een stapje dichterbij een normale kraamtijd. Na alle onderzoeken is er niets gevonden. Ook de antibiotica wordt gestopt, want er zijn geen infecties of bacteriën gevonden. Nuno heeft nog wel wat dipjes in zijn ademhaling, dat hebben de meeste premature babies omdat ze eigenlijk nog niet helemaal af zijn. Hij vergeet af en toe te ademen en heeft dan een prikkel nodig. Hiervoor krijgt hij coffeine, waardoor hij wat minder diep in slaap raakt. Weer iets onnatuurlijks in zijn systeem, maar waar we nu voor kiezen. Ik kies ervoor het neutraal te benaderen en visualiseer de gouden stroom als Nuno het krijgt.
Als Nuno bij mij op de kamer ligt heeft hij één keer een dipje in zijn ademhaling, best wel eng om te zien want hij moet echt rechtop gezet worden en zachtjes door elkaar geschud om weer te ademen. Daarna herstelt hij gelukkig iedere keer zelf van zo’n dipje.
Zaterdagmiddag heb ik het voor elkaar dat Nuno volledige borstvoeding krijgt! Ik ben heel trots op mezelf en blij dat hij nu geen kunstvoeding meer krijgt.
Zondag geniet ik van de rust op de afdeling samen met Sacha. Sol is bij opa zodat we ook even met z’n drieën kunnen zijn. Iets wat ik heel erg mis, het voelt zo onnatuurlijk om gescheiden te zijn in deze tijd.
Maandagochtend volgt de artsenvisite; met het hele team op onze kamer om een update te geven. De coffeine wordt stopgezet, dat heeft even nodig om uit je bloed te raken.
Het protocol van het ziekenhuis wordt uitgelegd. Je mag naar huis als je bent aangekomen en als je 48 uur geen dipjes hebt. Ik ben positief en hoop dat we snel naar huis kunnen.
De voeding wordt iedere dag opgehoogd met 5-10 ml. Binnen een week krijgt Nuno dagelijks 8 voedingen van 60 ml. Wat ik echt heel veel vind voor zo’n klein kindje. Nuno heeft er gelukkig geen last van. Ik besluit ook dit zo neutraal mogelijk te benaderen.
De helft van de voedingen leg ik Nuno aan. We wegen Nuno dan voor en na het drinken bij mij. Hoeveel je hebt gedronken gaat dan af van wat je verder via de sonde krijgt. Niet echt betrouwbaar, maar er is geen andere optie. Het belangrijkste vind ik dat Nuno voldoende voeding binnenkrijgt zodat hij kan groeien. Iedere drie uur kolf ik binnen 5 minuten drie voedingen voor je en in het koelkastje op de afdeling staat een megavoorraad. Ik voel me trots en dankbaar dat de melk zo stroomt.
De dagen zijn blurry. Het is soms eenzaam, ik heb behoefte aan een knuffel, een omhelzing. Iemand die met me op één lijn zit. Ik mis Sacha en Sol. Ze zijn er bijna iedere dag, maar het is toch anders in zo’n ziekenhuis. Ik mis de natuur en mijn eigen bed.
We kiezen bewust voor weinig bezoek zodat we ons kunnen focussen op ons herstel. Ik focus me op mijn eigen welzijn: goed eten, drinken, mediteren, rusten, schrijven, energiewerk. En dat krijg ik ook meerdere keren terug van de verpleegkundigen: “Wat zorg jij goed voor jezelf!” Ik weet dat ik de basis ben voor jou en voor mijn gezin. En wil mezelf in deze kwetsbare periode zo goed mogelijk voeden op alle vlakken.
Practice what you preach.
Ik voel me de meeste dagen dankbaar voor de lieve verpleegkundigen. Ze zijn geïnteresseerd in ons, in onze zienswijze en hoe we dingen aanpakken. Er worden zelfs een keer mantra’s voor Nuno gezongen als hij onrustig is. Op dinsdag wordt er door dezelfde verpleegkundige een cosleeper geregeld. Nuno is de eerste op de afdeling die zo bij zijn mama ligt. Het voelt zo fijn dat hij dichter bij me is.
Er zijn ook momenten dat ik het niet trek. Als er een mindere match is met een verpleegkundige komt dat heel hard bij me binnen. En waar ik best duidelijk mijn grenzen aan kan geven vind ik dat soms ook lastig. Ik wil dat eigenlijk niet, ik vind dat iedere kraamvrouw met heel veel zachtheid, ruimte en liefde benaderd moet worden, maar dat is niet de realiteit. Mensen hebben allemaal hun eigen visie, hun eigen bril.
We zijn al een week in het ziekenhuis en ik mis Sol zo erg. Mijn zus komt naar Ede en we besluiten dat ik een paar uur met Juultje en Sol naar huis ga. Sacha blijft bij Nuno in het ziekenhuis. Dit kleine stukje voelt als een hele onderneming en ik voel me heel erg slap. Mijn zus brengt bouillon en een heerlijke stoofpot mee, we eten samen en kijken dan op de bank een filmpje. Het voelt fijn even weg te zijn uit het ziekenhuis en te kunnen knuffelen met Sol.
Ik voel me die dag verscheurd tussen Nuno en Sol. Mijn energie is in het ziekenhuis en thuis. En nadat ik me een paar uur zo heb gevoeld maak ik een beslissing. Ik besluit met mijn hele energie in het hier en nu te zijn. Niemand heeft er iets aan als ik me zo verscheurd en schuldig voel. Het doet afbreuk aan mijn eigen energie. Ik stap in vertrouwen en beweeg mee met de stroom.
Na anderhalve week moeten we van kamer wisselen omdat er geen plek meer is. We verhuizen naar een soort veredelde bezemkast. Ik ben heel blij dat we samen kunnen blijven, ik zou je niet achter kunnen laten. En tegelijkertijd is dit niet de plek waar ik wil zijn. We liggen tegen de couveusezaal aan en je hoort hier alles. Ik slaap die avond bijna niet en stort helemaal in. Ik ben het zat om te wachten op dat je dipvrij bent. Het gaat goed met je, je herstelt iedere keer zelf. Ik heb vertrouwen in je. Sacha en ik vragen een gesprek met de arts aan. Hij vindt Nuno echt nog te klein om naar huis te gaan. En er is een risico dat we weg gaan en als we dan toch terug moeten komen er geen kamer voor ons samen is. Sacha en ik besluiten dat we uiterlijk vrijdag naar huis gaan. Ik slaap die avond thuis om even bij te tanken. Het is heel fijn om even samen met Sol te zijn en weg te zijn uit het ziekenhuis. Sol en ik bestellen eten en kijken een filmpje, ik ben nog niet zo sterk om dingen te ondernemen. Daarna slapen we samen in het grote bed. Sacha is bij Nuno in het ziekenhuis en de volgende dag wisselen we elkaar weer af.
Als Nuno me voelt grijpt hij mijn arm en wil hij meteen drinken. Ik voel me weer een beetje mens na het nachtje thuis. Nuno drinkt ineens ook veel meer aan de borst. Weer een teken dat als ik goed voor mezelf zorg dat doorwerkt naar mijn kinderen!
Die woensdag slaap ik op het kleine kamertje, nou ja, ik slaap niet echt want het is druk op de zaal. Babietjes die heel hard krijsen, piepjes en overleg hoor ik de hele nacht door.
De volgende ochtend is er visite van de artsen. Tegen de verpleegkundige vertel ik dat ik vertrouwen heb in Nuno. Hij doet het goed en ik wil echt niet meer wachten op die 48 uur dipvrij. Ik voel dat het ons nu beter doet om thuis te zijn en daar te herstellen en groeien. Het heeft lang genoeg geduurd, we zijn hier nu twee weken.
Ze gaat een goed woordje voor ons doen bij de artsen. Ik voel dat ik naar huis ga en ben in een hele goede stemming.
De artsen komen rond 11:00 op onze kamer. De arts vraagt wat ik wil. Ik geef aan niet meer te willen wachten en vertrouwen te hebben. We kunnen thuis sondevoeding geven, dat hebben we de afgelopen dagen geleerd. Nuno groeit goed. Hij drinkt aan de borst. Hij herstelt iedere keer zelf uit zijn dipjes.
De arts geeft aan dat we naar huis kunnen! Ik ben zo blij. Eindelijk.
Die middag gaan we naar huis. Het voelt onwerkelijk om thuis te zijn. We hebben zo in een bubbel gezeten de afgelopen weken.
We eten met z’n vieren pizza in het grote bed, dat had ik Sol beloofd.
Nuno drinkt alle voedingen uit de borst. We besluiten hem te vertrouwen en wegen hem niet meer voor en na de voeding. Een dag later worden we gebeld om de sondevoeding op te starten met de thuiszorg. Ik zeg dat de sonde eruit kan, omdat Nuno goed drinkt. Zaterdagmiddag gaat ook de sonde eruit. Alle slangetjes zijn weg en ons leven als gezin van vier begint.
We zijn thuis. We zijn samen.